donderdag 16 augustus 2012

Verhalenwedstrijd van Oegstgeester schrijvers in de wijnkelder van Kasteel Oud Poelgeest


Evenals vorig jaar dagen de Oegstgeester schrijvers Hans Ludo van Mierlo en Hans Ulrich lezers en schrijvers uit hun eigen literaire kwaliteiten te tonen.

De beide auteurs maken samen ‘schaakverhalen’ door elkaar om de beurt per e-mail één zin te sturen. Het resultaat van deze nog onvoltooide literaire schaakpartij leest u hieronder. De opdracht luidt ‘Maak ons verhaal af met maximaal 200 woorden.’

U kunt uw slotakkoord tot vrijdag 8 september insturen naar adrie@noordmanwijn.nl. U kunt uw literaire bijdrage tijdens het Open Monumenten en Osger Cultuurweekend ook inleveren bij de schrijvers zelf, die op zondag 9 september tussen 12.00 en 17.00 uur kunt ontmoeten in de wijnkelder van Noordman Wijnimport in kasteel Oud-Poelgeest.

Voor de beste inzending zijn prijzen beschikbaar, zoals een doos wijn van Noordman Wijnimport, een vaartocht op ’t Joppe met de Heere Schouten, een notarisboot uit 1904, die eigendom is van de gemeente Warmond, alsmede boeken van de twee auteurs.

Groen van Toen (Thema van Open Monumentendag 2012)

Groen van toen, teder groen, mosgroen, zomergroen, - ik kan er sentimenteel van worden en dat komt, omdat er toen in het groen iets heel bijzonders gebeurde in mijn leven.
Ik weet het, ik klink vaag, ik moet concreter zijn, de beelden in mijn hoofd, flarden nog slechts, smeken er om uitgelicht te worden, maar uit de mist doemt vooral de kleur groen op en ik ruik de geur van pas gemaaid gras.   
Daar lag ik, in het weiland, met boven me de brandende zon, iets verderop bij groeiend gras nieuwsgierige kalveren en ik voelde me doodongelukkig.
Op mijn buik lag ik, mijn gezicht verborgen in mijn armen, zodat ik niets en niemand hoefde te zien en zodat ook niemand zou kunnen zien hoe gekwetst ik was en dat mijn tranen niet ver weg waren. 
Na een hele poos stond ik op en liep ik de sloot in, niet om de koelte te zoeken, niet om me te verdrinken, maar om mijn verdriet te verdrinken, mijn lijden te delen met salamanders en kikkers.
Ik stond tot mijn middel halverwege in de sloot, voelde hoe de modder aan mijn volgelopen schoenen zoog, zag in het heldere water verontwaardigde stekelbaarsjes rond mijn knieën zwemmen, voelde koele water langs mijn dijen strelen en toen schreeuwde ik het uit.   
“Annemarie, Annemarie, waarom liep je hand in hand met die schele klootzak met zijn kop vol blond haar? ”
Ik had niet gemerkt, dat een jong kalf me belangstellend gevolgd was naar de sloot, dat merkte ik pas toen ik zijn warme adem en natte neus in mijn nek voelde en ik van schrik languit voorover viel in de sloot.
Het kalf keek me goedmoedig aan met grote bruine ogen en toen likte het me met een ruige zoete tong- ik klauterde uit de sloot, sprong de wei in en riep blij tegen het kalf: “Jij, jij bent mijn Annemarie!”
Het beest maakte zich op een sukkelig drafje uit de voeten, niet om wat ik zei, maar vanwege de boer, die met grote passen de wei in kwam lopen, met in zijn kielzog nog een paar personen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten